VOORmoeders: FLUISTERINGEN in de schemering
the making of

Mijn installatie VOOrmoedersbestaat uit drie monumentale, textiele weefsels van 3,5 m x 6 m portretten uit begin 1900. De periode net voor de bruisende textielindustrie in Twente op zijn einde loopt. Onderwerp is mijn voormoeders uit Enschede en omgeving: Gesina Maria Niemeijer (1902-1989) uit Lonneker, Johanna Smit (1874-1945) uit Enschede, en Marie Amélie Raick (1884-1965) uit Oldenzaal. Bewegende ‘pixelportretten’ opgebouwd uit honderden vierkantjes gekleurde stof die gedeeltelijk los in een frame hangen. Ze wiegen, waaien, ritselen en ademen mee op het ritme van de wind. De voormoeders verschijnen en verdwijnen. Wanneer je dichter bij het beeld komt, wordt het portret steeds onduidelijker en waziger. Hoe verder je ervan weg bent, hoe scherper het portret wordt (fig. 1). Wanneer de wind erdoorheen waait, gaan de vierkantjes als schubben open en dicht waardoor het portret lijkt te ademen, bewegen en leven. Het verbeeldt de poëzie van de werkelijkheid die bij afstand verandert. De installatie vraagt aandacht voor een vergeten groep in onze vaderlandse geschiedenis: mijn voormoeders, jouw voormoeders, ONZE VOORMOEDERS. De vraag in deze installatie die centraal staat is: WIE ZIJN JOUW VOORMOEDERS?

Het weven van de portretten

Per portret zijn er +/- 1850 dubbelgevouwen, rechthoekige lapjes nodig. 10 cm x 20 cm. Deze worden dubbel gevouwen aan de bovenkant vastgezet in een handgeknoopt net dat gespannen is tussen twee rollen. Hierin bevestig ik per rij de lapjes op kleur. Als ik zo’n twintigtal rijen heb ingehangen, kan ik de rol verder opwikkelen. Deze methode heb ik i.s.m. mijn collega Rob Verwer speciaal voor dit project ontwikkeld. Ieder portret wordt op een eigen rol gewikkeld waardoor ze ook makkelijk en kreukvrij vervoerd kunnen worden. Op de plaats van bestemming worden ze geleidelijk afgewikkeld en opgehangen. Het ‘weefgetouw’ is tevens een knipoog naar het weven van stof, dat weer verwijst naar de textielindustrie in Twente. De 120 m² stoffen in 16 verschillende kleuren die ik voor dit project nodig heb, zijn gesponsord door HARRY’S STOFFEN in Enschede. Al tweeënvijftig jaar een begrip in Twente. Het is daar waar ontroerend genoeg ook een van mijn voormoeders ooit haar stoffen inkocht, en met haar vele anderen.

     

Eerste portret van aanvang tot afronding.

Ontwerp en probeersels van het weefgetouw.

Het snijden van de stoffen 

Voor alle drie de pixelportretten heb ik 1850 lapjes x 3 =5050 lapjes nodig. Lapjes van 10 x 20 cm. Het is ondoenbaar om zo’n hoeveelheid handmatig te knippen. Ook rekt de stof vaak teveel mee om er rechte en haakse uitsneden van te kunnen knippen. Daarom heeft mijn kunstenaar-collega Rob Verwer een snijmachine ontwikkeld die meerder lapjes tegelijkertijd snijdt! EEN TOP PRESTATIE!

Snijmachine in werking!

Aanslag en rem van het weefgetouw.

Maakproces van het waaiportret van Marie Amélie Raick.

 

Maakproces van het waaiportret van Gesina Niemeijer 1902-1989.

 

Maakproces van het waaiportret van Johanna Smit 1874-1945.

 

Deze weken zijn eerder geëxposeerd geweest in landgoed Smalenbroek, tijdens het textielfestival Twente: Catwalk: Forces of Nature  

Scroll naar boven